Primaire Epilepsie

Primaire Epilepsie

Epilepsie vindt plaats als gevolg van een abrupte, tijdelijke verstoringen van de elektrische activiteit van de hersencellen. Hierdoor vinden toevallen of epileptische aanvallen plaats, wat zich kenmerkt als aanvalsgewijs en herhaaldelijk optreden van abnormaal gedrag. Dit abnormaal gedrag is vaak een vermindering of afwezigheid van het bewustzijn en het optreden van spierkrampen. Soms wordt alleen desoriëntatie, verwardheid en/of coördinatie verlies gezien. De ernst en duur van zo’n aanval kunnen zeer verschillen per aanval en tussen individuen en rassen. Meestal wordt voor een aanval een inleidende fase gezien, waarbij de hond zich nerveuzer of juist rustiger gedraagt, alsof hij voelt dat er iets met hem gaat gebeuren. Aanvallen kunnen kort of langdurend zijn, elkaar in clusters opvolgen of blijven aanhouden en leiden tot een “status epilepticus”. Bij heftige aanvallen die langer dan 5-10 minuten duren is het aan te raden om een dierenarts te consulteren. Epilepsie wordt onderverdeeld in een primaire (erfelijke) en een secundaire (door toedoen van onderliggende oorzaak) vorm. Primaire epilepsie, oftewel genetische of erfelijke epilepsie, vormt een groot probleem bij veel hondenrassen. De wijze van vererving is onbekend, maar het is sterk af te raden om te fokken met lijders aan epilepsie of nabije familieleden. De eerste aanval treedt vaak tussen 6 maanden en 5 jarige leeftijd op. Een epileptische aanval leidt zelden direct tot de dood, maar bij vaak voorkomende, niet goed op medicijnen reagerende ernstige epilepsie kan euthanasie noodzakelijk worden geacht. Vaak is dit pas nodig na vele jaren, waarin de epilepsie met medicatie onder controle is gehouden.

Om de diagnose van primaire (erfelijke) epilepsie te stellen, dient naast een uitgebreid lichamelijk onderzoek van het zenuwstelsel, ook bloedonderzoek en eventueel een MRI-scan of CT-scan te worden uitgevoerd om andere oorzaken van epilepsie uit te sluiten. De behandeling bestaat uit het toedienen van medicatie om het optreden van epileptische aanvallen te verminderen, want de oorzaak van primaire epilepsie kan niet worden weggenomen. Tegenwoordig is het advies om niet te lang te wachten met behandelen, omdat de kans op succesvol behandelen kleiner wordt als er vaker heftige epilepsie is opgetreden. Ondanks de medicatie kunnen epileptische aanvallen zich blijven voordoen en in frequentie of duur toenemen. De medicatie dient dan aangepast te worden, maar het is niet altijd eenvoudig om de juiste dosering te vinden. Soms lukt het helemaal niet om een effectieve medicatie te vinden.

Daan Kranendonk, Dierenkliniek Putten