Schildklier

Stokkreupel

Browny zit met opgetrokken voorpoot naast haar bazin in de wachtkamer als ik haar kom ophalen. Het is geen vriendelijke begroeting, want als ze mee loopt naar de behandelkamer blijft het pootje hoog opgetrokken en mankt ze op 3 pootjes. Normaal gesproken vind je bij een dier dat zo erg kreupel is snel de “zere”plek. Dieren kunnen dan wel niet praten, maar een piep of een duidelijke terugtrek reactie geeft ons ook wel aan waar het probleem zetelt. Maar Browny gaf geen kick. Ik voelde en kneep en bewoog al haar gewrichten, maar ze bleef me stoïcijns aankijken. Soms is ons vak dan heel frustrerend . Dieren zijn over het algemeen erg hard voor zichzelf, maar ze lopen niet voor hun lol op 3 poten. In principe duidt elke kreupelheid bij een dier op pijn.

Omdat ik niets kon vinden besloot ik röntgenfoto’s te maken. Eerst van de ondervoet, toen daar niets op te zien was werd steeds een hoger gedeelte van de voorpoot geröntgend. Browny zou niet de eerste hond zijn die met een gebroken teen of een afgebroken stukje in haar gewricht kampt en op die plek geen pijn aangeeft bij het onderzoek. Op de röntgenfoto’s was helemaal niets afwijkends te zien. Nu zie je niet alles op een röntgenfoto. Kraakbeen, pezen , zenuwen en spieren zie je onder andere niet. Honden hebben in tegenstelling tot mensen niet zo snel last van een verrekking. Soms hebben honden erg last van uitstralingspijn bij een halshernia. Deze patiënten piepen vaak “spontaan” Ze lopen bijvoorbeeld naast de eigenaar en geven plots een keiharde pijngil. Heel gênant, want omstanders zouden kunnen denken dat de hond net mishandeld is. Maar ook de nek van Browny was niet pijnlijk.

Wat wel opviel aan Browny was haar overgewicht. Bij door vragen bleek dat het overgewicht geleidelijk ontstaan was en dat Browny geen hap meer te eten kreeg dan vroeger. En ja, ze sliep de laatste tijd ook veel meer en was minder enthousiast bij het uitlaten. Misschien had Browny last van een traag werkende schildklier? Dan zien we soms ook pijnklachten in gewrichten optreden. Voor de zekerheid nam ik wat bloed af en liet dit onderzoeken op de hoeveelheid schildklierhormoon.

Na enkele dagen kregen we de uitslag . Browny had inderdaad een schildklier die amper nog hormoon maakte. Schildklierhormoon regelt onder andere het “energieverbruik” van het lichaam. Bij een te hoge afgifte verbrand men veel energie, neemt de eetlust en de activiteit toe en het lichaamsgewicht af. Maar bij een te trage werking van de schildklier wordt men “dik van de lucht”, is de patiënt moe en sloom en soms treden dus pijnklachten van de ledematen op.

Browny reageerde zeer goed op de gift van schildklierhormoon. Ze liep al snel niet meer mank en ze was veel actiever. De ziekte ontstaat bij honden doordat de schildklier door het eigen afweerapparaat wordt aangevallen. Met een duur woord heet het een auto-immuunziekte. Over het algemeen moet het schildklierhormoon bij deze patiënten levenslang worden toegediend, maar gelukkig is het geen kostbare behandeling en zijn er geen bijwerkingen.

Dierenkliniek Putten, Daan Kranendonk