Hoeveel beweging mag mijn pup?
Helaas is er geen simpel voor alle pups geldend advies over de hoeveelheid beweging die gegeven mag worden. In dit artikel wil ik een aantal richtlijnen geven waarmee u uit de voeten kunt bij elke pup.
Beweging is nuttig en goed voor de ontwikkeling van het skelet en de bespiering van uw hond. Door regelmatig met uw pup te wandelen raakt hij op een goede manier zijn energie kwijt en bouwt u een band met uw pup op. Tijdens de wandeling aan de lijn kunt u al heel vroeg beginnen met oefeningen, waardoor uw pup gehoorzaam wordt. Deze oefeningen zijn ook geestelijk vermoeiend voor uw pup en versterken uw relatie met hem. Zorg er altijd voor dat oefenen leuk is, zorg voor voldoende beloningskoekjes voor u op pad gaat en verwacht niet te snel te veel van uw pup.
Hoe lang mag je nu wandelen met een pup? Deze vraag is niet eenduidig te beantwoorden. Een regel die ik vaak hanteer is dat een pup per etmaal ongeveer 5 minuten per levensweek aan actieve lichaamsbeweging mag hebben. Voor een pup van 7 weken is dat dus maar 35 minuten per 24 uur! Daarin zitten ook zijn “eigen” wilde spelletjes en bewegingen. Deze regel moet echter met de nodige souplesse worden bekeken. Voor sommige pups van vooral de kleinere rassen is dit soms al teveel, terwijl een Border Collie erg ongelukkig wordt als je hem teveel beperkt. Maar teveel beweging is ook riskant. Vooral bij de grotere rassen kunnen er op kwetsbare plaatsen, zoals de ellebogen en de heupen ontwikkelingsstoornissen ontstaan, die levenslange consequenties hebben. Hier geldt: loopt uw pup zonder aanwijsbare reden mank, laat hem dan door een dierenarts controleren. Honden lopen niet snel verrekkingen of verdraaiingen op. Veel vaker zijn het problemen in gewrichten die de oorzaak zijn van kreupelheden. Door hier geen aandacht aan te besteden ontstaan later vaak ernstige, onomkeerbare problemen. Een kreupelheid hoort in het algemeen na 3 dagen verdwenen te zijn. Ook wordt snel gedacht aan “groeipijn” bij jonge honden als ze af en toe mank lopen. Helaas blijkt er echter vaak iets anders aan de hand te zijn . Ik adviseer sterk om bij jonge honden van de grotere rassen/kruisingen die af en toe mank lopen tussen de 4-10 maanden controle röntgenopnames te laten maken van de ellebogen en heupen. Maar ook als uw pup nooit mankt is het sterk aan te raden om rond de leeftijd van een jaar deze controle röntgenopnames te maken.
Over het algemeen is het wel een feit dat je beter energie kunt laten afvloeien in de vorm van gedoseerde wandelingen dan in de vorm van wild spelgedrag. Maak liever 3-4 kortere wandelingen per dag dan 1 lange. Het allerbelangrijkst is dat u goed in de gaten houdt of uw pup niet te moe wordt. Een pup moet met plezier wandelen. Stappen en draven is beter dan galopperen/rennen. Als u even stilstaat en uw pup gaat meteen liggen dan is hij mogelijk al moe. Ook hoort uw pup niet duidelijk te hijgen, slingerend te lopen of achter u te gaan lopen. Hij/zij hoort energiek naast u te lopen. Het is normaal dat uw pup na thuiskomst rustig gaat liggen. Het is belangrijk dat u controleert of hij bij het ontwaken soepel beweegt. Is hij/zij stijf of stram dan is er teveel of te wild bewogen. Gaat de stijfheid niet over met meer rust laat uw pup dan controleren door uw dierenarts
De ondergrond waarop uw pup loopt maakt ook verschil. Het is het beste om op een gelijkmatige, niet gladde ondergrond te lopen. Laminaat en parket, maar ook rul zand of een ruige ondergrond zoals heide veroorzaken veel blessures met vaak levenslange gevolgen. Trap lopen mag pas als uw pup de treden goed kan nemen, zonder te springen of te forceren. Het is belangrijk om eerst aan de lijn te oefenen en te leren dat er langzaam gelopen moet worden.
Stoeien en ruig spelen veroorzaken ook veel blessures. Het is zaak om het midden te kiezen tussen normale sociale ontwikkeling en te riskant overbelastend spelgedrag. Spelen met een rustige sociale, niet te grote oudere hond is beter dan spelen met een wilde leeftijdsgenoot of in een groep. Het gooien van dummies is altijd gevaarlijk. Als er iets gegooid wordt doe dat dan over een korte afstand van maximaal 4 meter. Explosief wegsprinten en afremmen is zeer belastend en riskant voor het jonge skelet.
Is uw pup een maand of 6 dan kunt u hem leren naast de fiets te lopen. Eerst loopt u zelf met hem aan de rechter kant van de fiets, vervolgens leert u hem om netjes aan de rechter kant van de fiets te lopen, terwijl u links loopt. Als dat goed gaat kunt u heel langzaam gaan fietsen. Ook hier geldt: stappen en draven is goed. Rennen is af te raden. Er zijn erg handige systemen te verkrijgen, zoals bijvoorbeeld de Springer, waarmee u en uw hond weinig risico lopen op ongelukken. Ook voor de lengte van de fietstocht geldt dat u zelf goed moet controleren op vermoeidheids symptomen van uw hond. Het is beter om wat vaker niet te lang te fietsen dan plots een flinke tocht te maken.