Vaccineren

Veranderingen in het vaccinatieschema voor honden en katten

Wereldwijd is er een vaccinatieprogramma voor honden en katten. Een team van wetenschappers stelt dit programma samen. Voor de Nederlandse situatie is er een aanbeveling om de gebruikelijke enting van jonge honden en katten op één jaar leeftijd te vervroegen naar een half jaar leeftijd. Het is dus geen extra vaccinatie enkel geven we de opvolger van de pup- en kittenvaccinatie wat eerder in het leven.

De reden is dat onze moederhonden en poezen vaak veel antistoffen meegeven via de melk en baarmoeder. Deze moeder antistoffen kunnen de pup- en kittenvaccinaties  wegvangen, waardoor ze minder beschermd zijn. Door de periode te verkorten tot de volgende vaccinatie, voorheen op één jaar leeftijd naar een halfjaar leeftijd, verkleinen  we de periode dat sommige pups en kittens mogelijk te weinig antistoffen zouden hebben.

De aanwezigheid van deze moederantistoffen is verschillend, er zijn pups en kitten met veel van deze moederantistoffen, maar er zijn er ook met minder moederantistoffen. Het basisvaccinatieschema voor de pups en kittens blijft hetzelfde.

Nieuw entingsschema

Het entingsschema vaar pups en jonge honden wordt nu: op 6, 9,12 weken en een halfjaar leeftijd en daarna jaarlijks. Voor kittens en jonge katten: op 9,12 weken en een halfjaar leeftijd en daarna ook weer jaarlijks.

Tevens is er een aanbeveling om pups op 9 weken, standaard de kennelhoestenting (besmettelijke luchtweginfecties) te geven. Dit is om 2 redenen, namelijk de gevolgen van de besmettelijke luchtwegziektes zijn groter dan voor volwassen honden en dat er tijdens de socialisatieperiode meer direct contact is met andere honden waardoor het risico op het oplopen van besmettelijke luchtweginfecties groot is.